Snackbar

Ik kom de snackbar binnen, zonder make-up. Wel lekker tuttig gekleed hoor, maar Ik voelde me wat onzeker.

De meiden in de snackbar beginnen te giechelen en staren me aan en ik zeg: "Is er iets?".

'Jij bent een man', zegt het meisje. Een ijzige stilte vult de ruimte.

'Vind je het niet grof om dat tegen een vrouw te zeggen'

'Nee hoor, als het waar is, is het waar'

'en dan is het niet grof?'

'vrijheid van waarheidsuitting'

'Oke, Jij bent lelijk en dik en ik ben het niet met je eens. Ik vindt het namelijk wel grof om dat tegen je te zeggen.'

'Of ben je het gewend? Zegt iedereen tegen je dat je lelijk en dik bent?'

'Tis waar hoor. Zet tien mannen op een rij en ze zullen het met me eens zijn dat je dik en lelijk bent. Geloof me. Ik kan het weten'

'En aan de trillende onderlip kan ik zien dat je het zelf ook weet en met me eens bent'

'Oh ja en je bent ook dom, want je bent de discussie die je zelf hebt aangezwengeld aan het verliezen. Dus je bent dom, lelijk en dik en het is waar, dus kan dat volgens jou gewoon zeggen'

'Wil je een zakdoekje. Ben je al klaar om sorry te zeggen of zal ik nog een aantal objectieve observaties maken?'

Ik hoorde door het gesnotter heen geen sorry dus ik zei:

'je hebt een grotere snor dan ik, je bent uitgeschoten met de mascara en je mag je haren wel eens wassen'

Zonde om nu toe moeten bekennen dat alles zich afspeelde in mijn brein. De meiden in de snackbar giechelden wat en ik wist niet waarom. Ze staarde me ook helemaal niet aan en ik zij geen : "is er iets?"

In de stilte van die snackbar die gevuld was met tv geroezemoes en het zoemen van de ventilatoren die boven de frituur hingen, speelde het voorgaande zich af in mijn hoofd. Waarschijnlijk om de angst het hoofd te bieden, mochten die meisjes iets van plan zijn.

Langzaam verliet mijn onzekerheid mij en verliet ik in het bezit van een patat met, een loempia en een broodje donner, de snackbar, om met een glimlach op mijn gezicht de donkere nacht in de fietsen.